Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Welgelukzalig is het volk, [32]hetwelk het geklank kent; o HEERE! [33]zij zullen in het licht Uws aanschijns wandelen. 32. Anders, het gejuch. Doch het schijnt dat de psalmist ziet op de inzettingen Gods van het blazen op de bazuinen en het openbaar bewijs van vreugde op de jaarlijkse hoogtijdfeesten, Num.10:10. En de zin is dat het volk gelukkig is, hetwelk des Heeren behoorlijken godsdienst weet en zijne vreugde en vermaking daarin heeft. 33. Dat is, zij zullen gestadiglijk uwe gunst genieten. Zie hfdst.4 vs.7. Of, zij zullen hun levenlang bestuurd worden door uwe genade.